De huidige sanitaire en economische crisis die met het coronavirus gepaard gaat, werkt een andere plaag, cybercriminaliteit, in de hand. Ook de kunstmarkt wordt niet gespaard voor deze vorm van criminaliteit, zoals blijkt uit politieverslagen in verschillende landen.
De online fraude waarvan het Rijksmuseum Twenthe in Enschede, Nederland, en de Londense kunsthandelaar Simon Dickinson het slachtoffer werden in 2018, toont hoe cybercriminelen steeds vernuftiger te werk gaan.
Twee jaar geleden onderhandelde het Nederlandse kunstmuseum met de Britse kunsthandelaar over de aankoop van een schilderij van John Constable, getiteld Hampstead Heath, Harrow in the distance, voor de som van 2,4 miljoen pond sterling.
Cybercriminelen wisten echter toegang te krijgen tot de e-mailwisselingen tussen beide partijen en slaagden erin zich, op het moment van de financiële overdracht, bij de koper voor te doen als de kunsthandelaar en de som op een niet-traceerbare bankrekening in Hongkong te laten overmaken.
De juridische eigendom van dit schilderij wordt vandaag nog steeds betwist door het Rijksmuseum Twenthe en Simon Dickinson. Ze schuiven elkaar de verantwoordelijkheid toe voor de veiligheidsfouten waardoor deze oplichting ‘door een tussenpersoon’ kon plaatsvinden.
Hieruit blijkt dat maatregelen voor een betere bewustwording van de risico’s die gepaard gaan met zulke online transacties en die al toegepast worden in andere sectoren, ook in de kunstwereld verscherpt moeten worden. En dit ondanks de aloude weerstand van deze sector tegen duidelijk afgelijnde anti-criminaliteitsprocedures.
Deze noodzaak blijkt ook uit een recent rapport van Interpol en Europol dat aantoont dat informaticasystemen nog kwetsbaarder geworden zijn door de coronacrisis. Deze crisis gaat immers gepaard met een toename van het privé- en professioneel gebruik van het internet, met name door de uitbreiding van het telewerken.
Volgens dit rapport heeft de afhankelijkheid van de gebruikers ten opzichte van het internet en de sociale media ertoe geleid dat cybercriminelen hun hacktechnieken hebben verfijnd en steeds meer op de menselijke factor inzetten.
Een van de rapporteurs vat het als volgt samen: “Terwijl we vroeger te maken hadden met code geeks, worden we nu eerder geconfronteerd met mentalisten die sociale interacties analyseren”.