Een ongeziene ramp.
België, dat in juli en augustus door twee dodelijke overstromingen werd getroffen, likt zijn wonden. De menselijke tol is zeer hoog. De schade aan het erfgoed is aanzienlijk. Kerken, archieven, kastelen, musea en privéverzamelingen…
In een paar dagen tijd werden honderden sites en duizenden cultuurgoederen bijzonder zwaar aangetast door het noodweer. Naar aanleiding van deze noodsituatie heeft de Blue Shield Association haar leden en partnerinstellingen opgetrommeld.
“Wij zijn zowat het Rode Kruis van het erfgoed”, verklaart Christina Ceulemans, secretaris van de Belgische tak van deze internationale NGO, die tot doel heeft cultuurgoederen te beschermen tegen allerlei gevaren.
Erfgoed maakt deel uit van ons wezen, van ons collectief geheugen. Eigenaars, kleine lokale musea kunnen alles verliezen. Wij helpen hen te redden wat er te redden valt.
Conform de hoofdbeginselen van het Verdrag van Den Haag uit 1954 – waarvan het symbool is opgenomen in het logo – voert de Blue Shield zijn opdrachten ter bescherming van het erfgoed uit met de steun van zijn vrijwilligersnetwerk.
“In een paar dagen tijd hebben zich ongeveer 140 vrijwilligers gemeld, wat veel is voor een klein land als het onze”, zegt Christina Ceulemans trots. De drijvende krachten van de Blue Shield zijn vaak professionals uit musea, archieven, bibliotheken en historische monumenten, maar ook archeologen en restaurateurs die gemeenschappen of eigenaars in nood te hulp schieten: “Onze taak bestaat erin vrijwilligers op te leiden, maar ook actoren op het terrein te sensibiliseren en hen evaluatie-instrumenten te verstrekken opdat zij de balans kunnen opmaken van de schade aan de cultuurgoederen en prioriteiten kunnen stellen.” Dankzij een crisis cel die bij het begin van het noodweer werd opgericht, coördineert het Belgische Blauwe Schildcomité de acties op het terrein tussen erfgoedbeheerders, partnerinstellingen en vrijwilligersteams.
“De instellingen aan beide zijden van de taalgrens hebben van bij het begin samengewerkt,” verheugt de Secretaris van de vereniging zich. Het KIK (Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium), de FWB (Federatie Wallonië-Brussel) en ICOMOS (Internationale Raad voor Monumenten- en Landschapszorg) zijn, samen met een aantal anderen, rond de tafel gaan zitten.
“De Koning Boudewijnstichting heeft onmiddellijk gereageerd”, voegt ze hieraan toe. Een kring mecenassen werd opgericht om financiële steun te bieden en zo bijvoorbeeld cultuurgoederen te beschermen die niet verzekerd waren of om ventilators en ontvochtigers aan te kopen. Het grote probleem bij overstromingen is immers de blootstelling aan schimmels en zwammen. “Een ondersteunende functie die van essentieel belang is gezien de omvang van de taak. Een ramp van zo’n formaat vereist een groot aantal helpende handen…
De meeste kerken hebben bijvoorbeeld geen personeel, alleen vrijwilligers, die vaak al een zekere leeftijd hebben. We mobiliseren al onze middelen en vrijwilligers om te helpen daar waar we het nuttigst kunnen zijn,” vat Christina Ceulemans samen.