De uitvinder van de „poepmachine“ (Cloaca, 2000) heeft nog steeds niet verwerkt dat zijn moederland België hem het leven zuur maakt en zijn project voor een beeldenpark in Corroy-le-Château, vlakbij Namur, dwarsboomt. In 2008 heeft de provocerende kunstenaar daar een kasteel uit de XIIIde eeuw gekocht.
Tien jaar later loopt er nog steeds een rechtszaak tussen Wim Delvoye en de Belgische overheid, vanwege de schoonmaak van de slotgracht zonder toestemming. Nu zweert Delvoye alleen nog maar bij Iran om zijn werk en interpretatie van kunst te ontwikkelen. „Men voelt daar een oprechte geestdriftigheid en de benadering van mijn projecten is daar altijd pragmatisch, zelfs voor de overheid, terwijl alles in België moeilijk, bureaucratisch en technocratisch is“ legt hij uit.
Hij kocht in 2013 vijf oude paleizen in het historische centrum van Kashan (oasis ten zuid-oosten van Teheran) en is begonnen met de restauratie daarvan voor kunstzinnige doeleinden. De organisatie van tentoonstellingen in samenwerking met de curatoren, nationale en internationale musea, het inrichten van een atelier voor zichzelf en het creëren van een vegetarisch restaurant op deze magische locatie, zijn enkele projecten waar hij mee het bezig is. „Ik doe van alles tegelijkertijd en kan een gedeelte van deze projecten over ongeveer een jaar openstellen voor het publiek“ legt de beeldend kunstenaar uit. „Ik zou graag monografische ruimtes ter beschikking stellen voor kunstenaars die ik waardeer en voor vrienden : speciale evolutieve tentoonstellingen zonder deadline en eenvoudigere dingen dan die in institutionele musea.“
In afwachting van de vormgeving van dit programma met een lange adem exposeert Delvoye, die blijft leven op twijfels, aan het begin van het nieuwe schooljaar (van 20 september tot 20 oktober 2018) in de nieuwe kunstgalerij Perrotin in Shanghai.