Joost Declercq is een atypische figuur in de kunstwereld. Als curator en directeur van musea en prestigieuze privéverzamelingen is hij voorstaander van een altruïstische en globale kunstbenadering die de grenzen van kunstmedia en -tijdperken opheft. “Ik heb een redelijk onafhankelijk karakter. Af en toe werk ik samen met structuren voor een bepaalde periode. In de kunstindustrie speelt iedereen een essentiële rol. Galeriehouders, kunstenaars, verzamelaars, musea, academici, onderzoekers, verzekeraars, instellingen… ook al zijn er soms conflicten, iedereen heeft elkaar nodig.”
De werking van deze industrie heeft geen geheimen voor hem. In de loop van zijn carrière heeft hij alle mogelijke functies bekleed, van alternatieve ruimtes tot televisie en het beheer van artist estates. “Ik heb weet van schitterende collecties, niet alleen wat de kwaliteit van de werken betreft, maar ook wat de inzet achter de collectie aangaat. Het belangrijkste om te onthouden is dat de kunstenaar centraal staat. En, welke positie we ook bekleden, we zijn nooit meer dan de bemiddelaar van zijn werk.”
Sinds de jaren negentig observeert Declercq ingrijpende veranderingen op de kunstmarkt. Globalisering, digitalisering en politiek zijn voor hem de bepalende factoren van deze wijzigingen. Hij maakt een vernietigende analyse: “Vandaag de dag zijn de grote musea Formule 1-teams. Ze lopen achter de artiesten aan, die steeds jonger en vindingrijker moeten zijn. Alleen zij die het meeste geld hebben, kunnen verder. In de jaren 1970 was een tentoonstelling de bekroning van een werkperiode, het betekende iets.” Declercq heeft echter bewondering voor ontluikend talent en de evolutie van de artistieke opvattingen. “Anderzijds vind ik dat de inhoud van kunst steeds interessanter wordt. Toen ik begon, was het vrij gemakkelijk, het volstond bijna om taboes te overtreden. Nu is alles complexer geworden, rijker… Kunst is niet langer deel van een uniforme geschiedenis, dat is wat ik interessant vind.”
Meer dan tien jaar lang was Declercq directeur van het museum Dhondt-Dhaenens, een door de Vlaamse overheid erkende privéstichting. Onlangs nam hij samen met Charlotte Crevits de artistieke leiding van de beurs Art on Paper op zich. Zijn grootste droom? Ooit een tentoonstelling organiseren die de hele kunstgeschiedenis omvat. “Ik heb nooit gehouden van het idee van moderne, oude, hedendaagse, Oosterse of Westerse kunst. Voor mij is kunst één en hetzelfde ding.” Het nadenken waard.