Het heeft een make-over gekregen… discreet. Het Centre de la Gravure et de l’Image imprimée (Graveer- en Drukkerijcentrum) in La Louvière maakt zich op voor de heropening op 26 januari 2024 na tien maanden werk. Het doel van dit langetermijnproject? Een volledige renovatie van het ventilatie- en airconditioningsysteem om de preventieve conserveringsomstandigheden te verbeteren. Kunst op papier staat bekend om zijn oneindige variatie… maar ook om zijn kwetsbaarheid. “Het project was vrij monumentaal, maar verrassend genoeg zal het bijna onzichtbaar zijn voor het publiek,” zegt Christophe Veys, directeur van het centrum.
De tentoonstellingszalen zijn 40 jaar oud. Hun machines waren een beetje verouderd, in tegenstelling tot de opslagruimtes, die recenter zijn. “Gezien de aard van onze collecties moeten de luchtvochtigheid en de temperatuur in de tentoonstellingszalen absoluut perfect zijn.” Gravures, prenten, litho’s, zeefdrukken, posters en kunstenaarsboeken — de rijke collecties van het centrum hebben net de 16.000 gepasseerd. De papieren worden om de drie maanden tentoongesteld en blijven dan drie jaar in totale duisternis liggen onder stabiele, gecontroleerde klimaatomstandigheden – een relatieve vochtigheid van 50-55% bij een temperatuur van 18-20°C. “De meeste planken die we kopen zijn niet ingelijst, wat ook de opslag ervan optimaliseert,” legt de directeur uit.
Deze unieke collectie brengt het werk samen van zo’n 2400 Belgische en internationale kunstenaars over het hele spectrum van de moderne en hedendaagse prentkunst. “De collectie is opgebouwd rond het idee van de prentkunst en zijn variaties, voornamelijk na de Tweede Wereldoorlog,” legt Christophe Veys uit. We hebben ook expertise op het gebied van strips, omdat we tentoonstellingen hebben georganiseerd van kunstenaars die op dit gebied werken. Daarnaast hebben we ook monografieën gemaakt over de grote kunstenaars van de 20e eeuw, zoals Louise Bourgeois, die getuigen van de omvang van onze collecties vandaag de dag. Het centrum heeft ook uitgebreide monografische collecties, zoals die van Pierre Alechinsky, en thematische collecties over de Cobra-beweging en haar nalatenschap en vrouwendrukkunst. “We zijn ook een wetenschappelijk onderzoekscentrum. Tentoonstellingen bieden de gelegenheid voor meer specifiek onderzoek, dat een aanvulling vormt op onze grote vijfjarige projecten, zoals prenten als middel om kunst te democratiseren.”
Op 26 januari 2024 wordt tijdens de opening ook een hele verdieping onthuld die nu volledig gewijd is aan de presentatie van de permanente collectie van het museum. De openingstentoonstelling “Nos géantes” (“Onze reuzen”) toont tot 2 juni 2024 een selectie XXL-prenten die het belang van het formaat in de prentkunst sinds de jaren zestig onderzoeken, met werken van Niki de Saint Phalle, Jim Dine, Martin Parr en Richard Serra. Daarnaast organiseert het Centrum elk jaar de Prix de la Gravure et de l’Image imprimée om de prentkunst in de Federatie Wallonië-Brussel aan te moedigen. “Deze prijs is een echte springplank voor kunstenaars tussen 21 en 45 jaar die een band hebben met Franstalig België. Dit jaar ontvingen we meer dan 80 aanvragen! Een bewijs dat de prentkunst wel degelijk een medium voor de toekomst is.”