Christie’s veilde Leonardo da Vinci’s Salvator Mundi op 15 november in nauwelijks 19 minuten voor 450,3 miljoen dollar. De Russische miljardair Dmitri Rybolovlev haalde het meesterwerk in 2013 in huis voor 127,5 miljoen dollar. Vandaag is het het duurste schilderij dat ooit onder de hamer ging.
De kopers – twee investeringsfondsen en musea – gokken erop dat ze het werk later opnieuw zullen kunnen verkopen of dat ze het gedurende meerdere jaren zullen kunnen verhuren aan grote musea, die het om de beurt tentoon zullen stellen. Meerdere grote Aziatische instituten, evenals twee grote musea in de Golfregio, zouden al een optie hebben genomen op het werk. Kunstwerken van deze orde zijn een veilige, quasi risicoloze belegging, wegens de immense interesse van musea.
Een werk van meer dan 50.000 euro levert gemiddeld 11% per jaar op en werken van meer dan 100.000 euro zorgen voor 12 tot 14% rendement. Wie investeert in kunst met een waarde tussen de 100.000 en een miljoen euro mag op een rendement van boven de 18% rekenen, , aldus lejdd.fr (19 november).
De omlijsting
De omlijsting is een Italiaans ontwerp uit de 16e eeuw, met bladgoud op een zwarte achtergrond. Waarde: 40.000 tot 50.000 dollar. Antieke kaders zijn echter niet altijd zoveel waard geweest. Eeuwenlang onderstreepte de omlijsting van een kunstwerk vooral de smaak van de verzamelaar. Geraakte het uit de mode, dan werd het van de hand gedaan. Zo kregen alle werken in het Louvre een nieuw kader in 1799, toen Napoleon aan de macht kwam. In 1978 ruilde de toenmalige directeur van het Guggenheim de bestaande omlijstingen grotendeels in voor een wit alternatief. Sinds de jaren 1990 probeerde men kunstwerken in te lijsten in een kader dat uit dezelfde periode – zelfs uit hetzelfde land en dezelfde regio – stamde als het werk zelf. Het was het New Yorkse Julius Lowy Frame and Restoring Company dat de opdracht kreeg om Salvator Mundi in te kaderen. De onderneming heeft meer dan 5000 omlijstingen in voorraad.