Laat er geen misverstand over bestaan: Fondation Blan is geen galerie of museum, maar “een plek van ontmoeting en creatie, een plek waar woorden worden geuit, een plek van bruisen, van komen en gaan, een plek waar kunstenaars samenkomen, een plek waar mensen elkaar ontmoeten, waar gegeten en gedronken wordt… het leven zelf.” Thomas de Wouters verdedigt met deze levenslustige woorden de visie van zijn jonge stichting, die afgelopen maart in Brussel werd ingehuldigd.
Tentoonstellingen, concerten, kunstenaarsresidenties, lezingen, workshops, masterclasses… Het eclectische programma ziet er bijzonder aantrekkelijk uit. De stichting beslaat een oppervlakte van zevenhonderd vierkante meter, verdeeld over de vier verdiepingen van een elegant herenhuis in Elsene, en biedt tevens ateliers en accommodatie in de vorm van gedeelde huisvesting voor toekomstige kunstenaarsresidenties. De kers op de taart is de glazen kubus die boven de tuinen hangt, een architectonisch hoogstandje dat het toevluchtsoord is geworden van Thomas de Wouters. Het is een glazen privéhuis met een adembenemend uitzicht over de stad. “Dit prachtige herenhuis voldeed aan al mijn wensen,” vertelt hij. “Het heeft Parijse charme en prachtige architectonische details. Bovendien past de ruimte bij de behoeften van de stichting.” Er waren ingrijpende werkzaamheden nodig om een deel van het gebouw om te vormen tot tentoonstellingsruimte. Als historisch gebouw was het essentieel om het erfgoed te behouden en tegelijkertijd te voldoen aan de toegankelijkheids- en veiligheidseisen. De architectuur van het door François Roux ontworpen gebouw, waarvan de renovatie uiteindelijk drie jaar in beslag nam, is ook geïnspireerd op de beelden van Stephan Balleux, de eerste kunstenaar die carte blanche kreeg van de stichting. Deze solotentoonstelling van de Brusselse kunstenaar, getiteld “Artificialia”, had tot doel de stichting te openen met een focus op grootschalige werken die perfect geïntegreerd waren in de luchtige, overzichtelijke architectuur van de locatie.
Toch heeft Thomas de Wouters zich nooit laten verleiden om zelf kunstenaar of mecenas te worden. “Wat me hier bracht was enerzijds het milieu waarin ik opgroeide, waarbij de notie van schoonheid altijd van belang was. Dit werd mij doorgegeven door mijn moeder. Schoonheid was in elk detail aanwezig en beïnvloedde ook mijn latere opleiding. Aangezien ik zelf polytechnisch geschoold ben, ontdekte ik vroeg mijn passie voor civiele techniek.” Maar zijn kennismaking met fotografie zou van cruciaal belang blijken. Door zelfstudie ontwikkelde hij een oog dat de aandacht trok van toonaangevende kranten als de New York Times, de Washington Post, Le Monde en Courrier International, die ook zijn reportages publiceerden. “In 2014 voelde ik de behoefte om aan mijn leven een diepere betekenis te geven. Toen ben ik begonnen met mijn passie fotografie. Langzaam maar zeker verschenen er steeds meer publicaties, waarmee de verhalen een stem kregen en mijn behoefte aan zingeving werd bevredigd.” In 2018 nam het leven van Thomas de Wouters een nieuwe wending en wisselde hij in een paar jaar tijd maar liefst vier keer van carrière. Het idee om een stichting op te richten kwam bij hem op, “om munt te slaan uit mijn ervaringen uit het verleden en de betekenis van mijn fotografisch werk verder te onderzoeken.” De stichting groeide uit van een idee tot een architecturaal en conceptueel gegeven. Volgens Thomas de Wouters moet de stichting niet alleen van hem afhankelijk zijn, maar autonoom kunnen functioneren. Zo wordt een menselijke en humanistische visie ingeblazen in een stichting die zichzelf niet ziet als het zoveelste kunstcentrum.