Het is in België dat het project “Arc Majeur”, een monumentaal beeldhouwwerk van de Franse kunstenaar Bernar Venet dat midden jaren ’80 ontstond, onlangs vorm kreeg op de snelweg E411 tussen Namen en Luxemburg en meer bepaald op kilometer 99.
Dit kunstwerk uit corstenstaal is zichtbaar vanop drie kilometer afstand en bestaat uit vier blokken met een totaalgewicht van 200 ton en heeft een diameter van 75 meter en een maximale hoogte van 60 meter. Het project zag het licht dankzij de steun van Bernard Serin, voorzitter van de John Cockerill Group die in 2014 reeds een tweelingwerk bij deze kunstenaar met Provençaalse roots bestelde.
Voor de totstandkoming van de Arc Majeur kon de kunstenaar rekenen op deskundigen van de Group, gespecialiseerd in industriële engineering, met hoofdzetel in Seraing, in de Provincie Luik. Er werd ook beroep gedaan op het Greisch laboratorium, een dochteronderneming van de John Cockerill Group en het studiebureau voor openbare diensten van het Waals Gewest voor het vervaardigen, bewerken, lassen, vervoer en de assemblage van het kunstwerk ter plaatse, een project dat al bij al meer dan 12.000 werkuren vergde.
Voor de verwezenlijking van dit grootste stalen beeldhouwwerk ter wereld, een ware technische uitdaging dat gefinancierd werd door de Cockerill Group, kon tevens steun gevonden worden bij verschillende andere partners. Het budget wordt geschat op ongeveer drie miljoen euro en het is de bedoeling om het werk aan het Waals Gewest te schenken als “symbool van zijn eeuwenoude knowhow”.
“Wat ik interessant vind is dat, in tegenstelling tot de traditionele beeldhouwwerken waarbij het beeld op statische wijze wordt benaderd door er omheen te draaien, we hier de structuur van heel ver en al bewegend ontdekken, en dan steeds van dichterbij tot ze ineens weer verdwijnt wanneer men haar voorbijrijdt”, aldus Bernar Venet. “Toen beslist werd om het project op een Belgische snelweg uit te voeren hebben we het land in alle richtingen doorkruist. Het was niet makkelijk om een ruimte te vinden zonder lantaarnpaal, bank, huis, of elektrische hoogspanningsdraden totdat deze plek langs de E411, ter hoogte van het dorp Lavaux-Sainte-Anne ons in het oog sprong.”
Dit project kwam tot driemaal toe bijna tot stand in Frankrijk in de jaren ’90 in de buurt van Auxerre en vervolgens van Thionville onder impuls van Jack Lang, de toenmalige minister van cultuur, maar de financiering werd nooit rond gekregen.
Het is dus in België dat de Arc Majeur uiteindelijk zijn plekje gevonden heeft, na meer dan dertig jaar gestatie. “Ik ben de Belgen veel verschuldigd. Ze hebben mij zowel artistiek als financieel enorm gesteund door mijn werken vanaf het begin van mijn carrière aan te kopen” benadrukt Bernar Venet.