Op een dag moest Thomas Lerooy (°1981) op het zoontje van zijn broer passen. Hij geeft zijn neefje een doos boordevol gekleurde houten blokken. Het valt Thomas op hoe de jongen de blokken netjes rangschikt volgens kleur en vorm, nauwgezet een huis bouwt en het dan meedogenloos afbreekt. Om meteen opnieuw te beginnen. Het spel inspireerde de artiest. Het werd de basis voor zijn tentoonstelling die vandaag te zien is in het Museum Dhondt-Dhaenens.
Ik wou een installatie die een werk op zich was, bijna te groot voor het museum. De tentoonstelling is als een reis door mijn brein, een zoektocht naar de manier waarop ik mijn werk percipieer. Ik wil dat de bezoekers de architectuur van een blokkendoos van binnenin beleven. Kunst moet naïef blijven, vind ik. We hebben het museum in verschillende ruimtes onderverdeeld en de muren en vloer een fel kleur gegeven. Via een smalle opening gaan de bezoekers van de ene ruimte naar de andere. Ik wil dat ze verdwalen in de installatie.
Kunnen we spreken van een immens abstract werk?
Absoluut. Ik wou een grote abstracte sculptuur maken waarin mijn werken werden voorgesteld.
Met uiteraard een forse knipoog naar Mondriaan.
Welke werken heeft u speciaal ontworpen voor deze tentoonstelling?
Fountain en Playground, onder andere. Het zijn 25 kleine ‘Manneken’, als een familie. Ze doen me ook denken aan de spelende kinderen in de schilderijen van Breugel. We hebben meer dan anderhalf jaar aan die sculptuur gewerkt. En er was 20 man nodig om de expo op te zetten. In nauwelijks 10 dagen moest alles klaarstaan.
Thomas Lerooy had recent een solotentoonstelling in het Petit Palais in Parijs en in de Kunsthalle Krems in Oostenrijk. Hij stelt binnenkort een maand tentoon in het kasteel van Gaasbeek en in 2019 is er een tentoonstelling gepland in het MRBAB in Brussel. Lerooy wordt in Brussel vertegenwoordigd door
Rodolphe Janssen en in Parijs door Nathalie Obadia.